Beeld: WUR
Wat brengt de toekomst als de natuur leidend is bij de inrichting van steden en landschappen? Als vervolg op project NL2120 schetsten wetenschappers en Wageningse studenten een hoopvolle toekomst voor heel Europa: EU2120. Hoe ziet het dagelijks leven van een gemiddelde Europeaan eruit over 100 jaar?
Het verhaal van de Europeaan van de toekomst begint met een proloog: NL2120. Tim van Hattum, programmaleider Klimaat bij Wageningen University & Research, nam vier jaar geleden samen met een groep WUR-onderzoekers het initiatief tot een groen toekomstverhaal voor Nederland over 100 jaar. Ze tekenden een kaart met veel bos, meer ruimte voor de rivieren en groene steden in de hogere delen van Nederland. NL2120 trok de aandacht van de media, zodat Van Hattum het verhaal op allerlei plekken kon vertellen aan het grote publiek. Gemeenten, waterschappen, provincies, scholen, natuurorganisaties, bedrijven en onderzoeksinstellingen volgden met blijvende belangstelling. ‘Zij zeggen allemaal dat het inspirerend is om een stip op de horizon te hebben voor een mooie, groene toekomst. 100 jaar lijkt ontzettend ver weg, maar de eerste mensen die dat mee gaan maken, zijn al geboren.’
Van NL2120 naar EU2120
In 2023 kreeg Van Hattum de kans om een Europees vervolg te geven aan NL2120. Hij mocht in Brussel de zesde editie van de Mansholtlezing geven over een Europees vraagstuk in het domein voeding, landbouw en duurzame bestaansmiddelen. Drie maanden voorafgaand aan de lezing, nodigde hij 50 studenten uit in een ontwerpstudio. ‘Een experiment’, zegt de initiatiefnemer, ‘om te kijken of we een ruwe schets konden maken van Europa over 100 jaar. Een kaart die een groene toekomstvisie laat zien.’ Samen met 20 experts in onder andere landschapsontwerp, klimaat en biodiversiteit begonnen de studenten de Europese landmassa opnieuw in te vullen. Drie dagen later stonden de contouren van EU2120, een visie en kaart met het natuurlijk systeem als leidend principe.
'Je kunt wetenschap ook gebruiken voor een hoopvolle toekomstvisie'
Over 100 jaar wekken huizen in Europa zelf energie op, met bijvoorbeeld zonnepanelen geïntegreerd in de ramen. Foto: Shutterstock
Ook na de Mansholtlezing blijft de ogenschijnlijk altijd positief gestemde Van Hattum het verhaal van EU2120 vertellen. Zijn kennis over water en klimaat en een flinke dosis ervaring als adviseur en beleidsmaker hebben van hem een pleitbezorger voor een andere toekomst gemaakt. ‘Op basis van wetenschappelijk onderzoek kun je de noodklok luiden. Dat gebeurt nu veel, wat terecht is, maar ook deprimerend. Ik wil laten zien dat je wetenschap ook kunt gebruiken voor een hoopvolle toekomstvisie. We kunnen de gevolgen van klimaatverandering en verlies van biodiversiteit aanzienlijk beperken door de natuur en de natuurlijke processen alle ruimte te geven.’
De stad van de Europeaan in 2120
Wat betekent de visie van EU2120 voor het dagelijks leven van een Europeaan? Best veel, blijkt uit het relaas van Van Hattum. Een Europeaan over 100 jaar opent ’s ochtends zijn ogen in een appartement midden in de stad. Van Hattum: ‘Net als nu wonen de meeste mensen in steden, die vooral op hoger gelegen gronden flink gegroeid zijn. Ook is die toekomstige stad anders ingericht dan de stad van nu. We zien straks veel meer hoogbouw van vier of vijf verdiepingen, gemaakt van hout. Woningen zijn veel beter geïsoleerd en geventileerd, zodat het ook bij extremer weer prettig wonen is. De gebouwen wekken zelf hun energie op, bijvoorbeeld ook met zonnepanelen geïntegreerd in de ramen. De gebouwen zijn volledig zelfvoorzienend voor energie en vangen ook regenwater op voor gebruik binnenshuis.’
Klimaatprogrammaleider Tim van Hattum schetst het leven in Europa over 100 jaar. Wat als we de wereld en onze toekomst door een positieve bril bekijken? Hoe ziet Europa eruit in 2120 als we de natuur en natuurlijke processen de ruimte geven om te floreren?
De koelkast is in 2120 gevuld met producten uit een voedselsysteem dat veel meer in balans is met het natuurlijk systeem. ‘Dat wil zeggen dat allereerst de bodem gezond is en we uitgaan van circulaire landbouw’, legt Van Hattum uit. ‘We produceren in zo’n systeem vooral plantaardig voedsel voor mensen en veel minder voor veevoer. De veehouderij is kleiner en de dieren krijgen hun voedsel zo veel mogelijk uit reststromen vanuit de landbouw en restaurants. Dan is er veel minder landbouwgrond nodig en is het nog steeds mogelijk om 500 miljoen Europeanen van voedsel te voorzien.’ Boeren produceren behalve voedsel ook biobased materialen, bijvoorbeeld voor de isolatie van huizen.
Natuur en openbaar vervoer in 2120
Eenmaal buiten gekomen, ziet de Europeaan over 100 jaar een veel groenere stad dan zijn voorouders een eeuw daarvoor. Van Hattum: ‘Muren en daken in deze toekomstige stad zijn begroeid en ook tussen de gebouwen is het veel groener. Extra bomen helpen om hittestress te voorkomen. De lucht is schoon, omdat de productie van fossiele energie verleden tijd is en ook omdat de stad veel meer autovrij is.’ De woonplaats is een 15-minuten stad, ook vaak “walkable city” genoemd. De meeste voorzieningen zijn te bereiken binnen 15 minuten fietsen of wandelen. ‘Het autoverkeer en het autobezit zal enorm afnemen. Er zullen nog wel auto’s zijn, maar dat zijn vooral deelauto’s. Die rijden elektrisch of bijvoorbeeld op waterstof. Verder is het openbaar vervoer veel beter georganiseerd.’
Reist deze EU-burger de stad uit, dan komt hij terecht in ‘groene overgangszones’ die stad en platteland verbinden. ‘Die zones zijn voor recreatie en ook voor waterberging, wat belangrijk is om schade door droogte en overtollig water te beperken. Op het platteland zijn boeren niet alleen voedselproducent, maar ook beheerder van het landschap. Zij ontvangen hiervoor een eerlijke vergoeding.’ Voor uitstapjes verder van huis stapt de toekomstige EU-burger in een hogesnelheidslijn naar een andere stad of gebied in Europa. Van Hattum: ‘In China zijn ze al veel verder met het openbaar vervoer over grote afstanden. Daar rijden binnenkort treinen die 600 kilometer per uur halen. Dat kan hier ook, alleen het vereist flinke investeringen.’ Vanuit de trein trekken verschillende landschappen voorbij. Wat opvalt, is de extra ruimte voor water in rivierdelta’s, de uitgestrekte bossen in het midden en oosten van Europa en landbouw in gebieden die daarvoor het meest geschikt zijn. Van Hattum: ‘Vooral Zuid-Europese landen zullen veel minder voedsel produceren als gevolg van klimaatverandering.’ De bossen zijn meer divers en daardoor beter bestand tegen droogte en ander extreem weer. ‘Met duurzaam beheer blijven die bossen in stand en komt er meer dan genoeg hout beschikbaar voor woningbouw. In totaal is in het Europa van 2120 ongeveer een derde van het oppervlak natuur.’
Economische schade voorkomen
Toewerken naar de groene toekomst van EU2120 is een manier om te voldoen aan de Conventie voor Biologische Diversiteit (Montréal-akkoord uit 2022), die stelt dat minimaal 30 procent van het land en het water beschermde natuur moet zijn in 2030. En ook om ons te houden aan het Parijsakkoord, dat stelt dat de opwarming van de aarde onder de 1,5 graad moet blijven. Maar Europa zit daar inmiddels boven. ‘We zijn in Europa helemaal niet voorbereid op de risico’s die dat met zich meebrengt. Ook bij het mildste klimaatscenario zijn er enorme consequenties voor de voedselvoorziening, de natuur, het overstromingsrisico in steden en de woningbouwopgave’, zucht Van Hattum. ‘Er zijn ook schattingen van de economische schade in 2050 als we huidige koers van het klimaatbeleid voortzetten. Die schade loopt op tot 38 biljoen dollar per jaar, terwijl de wereldeconomie neerkomt op 100 biljoen dollar.’
De huidige kaart van Europa (links) en de visie voor een klimaat- en natuurgericht Europa in 2120 (rechts). Beeld: WUR.
'Ook bij het mildste klimaatscenario zijn er enorme consequenties'
Links: 72% van de jongeren vindt de huidige klimaatverandering problematisch. Foto Diana Vucane – Shutterstock
Rechts: In walkable cities zijn voorzieningen binnen 15 minuten te bereiken. Foto: Shutterstock
Toch blijft hij optimistisch. ‘In het beste geval houden we de gevolgen van klimaatverandering zoveel mogelijk binnen de perken. Dat kan als we de natuur in Europa op grote schaal beschermen en herstellen. EU2120 is misschien maar een schets, maar alles wat erin staat, komt uit wetenschappelijk onderzoek. Dit toekomstbeeld kan dus werkelijkheid worden.’ Daarom blijven Van Hattum en zijn collega’s het gedachtengoed van EU2120 verspreiden, in de wetenschap en daarbuiten. In Europa leidde het al tot een oproep voor onderzoek naar het watersysteem in Europa, geïnspireerd op NL2120. De belangstelling is ook al gewekt bij overheden in Afrika, Australië en Canada.
Wereldwijde aandacht
Het afgelopen collegejaar deden bovendien studententeams mee aan de Nature Based Future Challenge, georganiseerd door WUR. De 700 deelnemers van 147 universiteiten uit alle continenten maakten een ontwerp voor een delta in Bangladesh. Er volgen de komende jaren meer edities van de challenge, met telkens een andere delta waarvoor studenten een groene toekomst mogen uittekenen. ‘Dit is dé manier om jonge mensen te mobiliseren om op deze manier te gaan denken.’ Van Hattum hoopt dat het een continu proces wordt om 100 jaar vooruit te denken. ‘Technologie verandert elke dag, maar de natuur veel langzamer, dus kunnen we verder vooruitkijken met zulke nature based solutions. Bos voor de toekomst moet je nu al aanleggen.’
Deel dit artikel